Diagnose

De therapeut maakt gebruik van een aantal diagnosemiddelen: het stellen van vragen,  het bekijken van de huid en de tong, het voelen van pols en buik.

Wanneer u een bezoek brengt aan de praktijk zal de therapeut u tijdens het intakegesprek vragen stellen over de aard van de klachten, maar ook over uw algehele gezondheidstoestand, uw voeding, spijsvertering, medische achtergrond en levenswijze. Daarna wordt samen met u een behandelplan samengesteld en een aantal sessies afgesproken. De eerste weken komt u 1 x per week, waarna telkens het behandelplan bijgesteld wordt.

"hara" of buikonderzoek. 

Op de buik staan een aantal gebieden in verbinding met de verschillende meridianen. Aan de conditie van de huid kan de acupuncturist voelen of meridianen vol/leeg dan wel gestagneerd zijn.

Polsdiagnose

De veranderingen in de toestand van de meridianen worden weerspiegeld in de pols(slag), tijdens de diagnose zal de acupuncturist de pols voelen, maar ook regelmatig tijdens de behandeling. 

De combinatie van kijken, luisteren, vragen stellen en voelen van buik, pols en meridianen zal leiden tot de uiteindelijke diagnose: uw acupuncturist kan aan het werk, en zal telkens reageren op uw reactie die hij/zij kan vaststellen aan uw polsslag of e.v. huidverandering.